Op 20 mei 2022 hield prof. dr. ir. Jan van der Stoep zijn oratie ter gelegenheid van de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie aan de Theologische Universiteit Kampen|Utrecht. Hij sprak over ‘Verschil moet er zijn. Christelijke Filosofie en morele orde’. Hieronder volgt de inleiding van zijn rede. De volledige tekst is kan hier worden gedownload en een video-opname kan via deze link worden bekeken. 

Een rechtvaardige wereld is een wereld waarin op een juiste manier grenzen worden getrokken. ‘Good fences make just societies’, zegt Michael Walzer. Het Griekse woord voor wet, nomos, draagt de betekenis van afbakening al in zich. Nomos wijst op de grens die getrokken wordt rond een bepaald gebied. Door grenzen te trekken maken we onderscheid. Daar hebben we ook behoefte aan. We richten universiteiten, academische ziekenhuizen en onderzoeksinstituten op om af te bakenen wat betrouwbare kennis is en wat niet. Ook hechten we aan een goede scheiding van machten in ons parlementaire systeem: de kamer die de regering moet controleren, een onafhankelijke rechtspraak.

Grenzen staan echter ook altijd ter discussie. In onze moderne samenleving hebben we aan mensen een aparte plek gegeven, los van de rest van de natuur. Maar waarom zouden we mensen wel rechten geven en dieren niet? Heeft het strikte onderscheid tussen mens en natuur er niet voor gezorgd dat mensen vrij hun gang konden gaan, waardoor we vandaag de dag geconfronteerd worden met klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit? Ook de manier waarop we tegenwoordig met waarheidsvinding omgaan laat zien dat we moeite hebben met grenzen. Meer dan vroeger wantrouwen we wetenschap, journalistiek en rechtspraak. Hoe onafhankelijk zijn dergelijke instituten eigenlijk? Vormen ze niet vaak een instrument in de handen van de gevestigde macht, de elite die het voor het zeggen heeft?

Het spreken over grenzen, over wat goede afbakeningen zijn en wat niet, veronderstelt dat er criteria bestaan waaraan we ons handelen kunnen toetsen. De vraag is alleen hoe je die criteria zou moeten vinden. De christelijke filosoof Herman Dooyeweerd legt in navolging van Abraham Kuyper en Herman Bavinck veel nadruk op het bestaan van een gegeven orde. Hij gaat ervanuit dat God de wereld op een gestructureerde manier heeft vormgegeven, en dat als we naar deze structuren op zoek gaan, we iets van Gods bedoeling met de wereld kunnen ontdekken. Ons kennen heeft altijd een voorlopig en tijdelijk karakter, maar dat betekent niet dat er geen morele principes zouden bestaan. Het zoeken naar een gegeven orde kan bovendien ook een kritische functie hebben. Door een beroep te doen op waarheid en recht kunnen we het bestaande maatschappelijke bestel ter discussie stellen.

Binnen de theologie kan de benadering van Dooyeweerd en van zijn leerlingen niet direct op veel applaus rekenen. Karl Barth moest niet veel hebben van een denken in termen van scheppingsordeningen. En Jürgen Moltmann richt zich in zijn theologie van hoop vooral op de eschatologie. Oliver O’Donovan daarentegen ziet wel het belang van het zoeken naar een morele orde. Zonder de veronderstelling van een gegeven orde zouden we, zo stelt hij, geen referentiepunt hebben waarop we bij morele afwegingen een beroep kunnen doen.[ii] Tegelijkertijd relativeert hij dat inzicht ook wanneer hij stelt dat we Gods bedoeling met deze wereld pas goed leren kennen vanuit de opstanding van Christus.[iii] Alle andere vormen van kennen blijven volgens hem iets fragmentarisch houden. Ze missen het zicht op de totaliteit van Gods bedoeling en op de liefde die God voor deze wereld heeft.

De komende jaren wil ik het idee van een gegeven orde opnieuw doordenken. Kan dat idee ons helpen om scherper te articuleren wat grenzen zijn en hoe we verschillen kunnen duiden? Daarmee hoop ik een bijdrage te leveren aan de onderzoeksagenda van The Neo-Calvinism Research Institute dat aan deze universiteit gevestigd is. In de onderzoeksagenda van The Neo-Calvinism Research Institute staat diversiteit als thema centraal.

Ik wil het idee van een gegeven orde dus niet te snel bij het grofvuil zetten. Daar heb ik een aantal reden voor. Ten eerste is het idee van scheppingsorde door de eeuwen heen een geweldige bron van inspiratie is geweest om wetenschappelijk onderzoek te doen en iets van de heiligheid van het bestaan te ervaren. Ten tweede kan het verwijzen naar een gegeven orde behulpzaam zijn in het gesprek tussen verschillende levensovertuigingen. Het biedt een gemeenschappelijke communicatiebasis. En ten derde geloof ik dat denken in termen van een gegeven orde kan helpen om verbinding te maken tussen theologie en andere wetenschappen, en ook tussen theologie en praktijk.

 

Recente artikelen

Lancering podcast DiepZinnig

Het is zover! Met trots presenteren wij onze nieuwe podcast: DiepZinnig. In deze podcast duiken we in de diepe gedachten van christelijke denkers uit het verleden. We gaan opzoek naar…

Ma 10 mrt 25  | Leestijd: 1 min

Dieren en rentmeesterschap: De Bijbel in dialoog met de praktijk

Vandaag is het boek Dieren en rentmeesterschap: De Bijbel in dialoog met de praktijk verschenen. Dit boek is geschreven door Johan Graafland, Jan van der Stoep en Corné Rademaker. Over…

Di 4 mrt 25  | Leestijd: 1 min